TotalEnergies Running Club
Kledingstips
Kledingtips voor de beginnende loper :
Kleren maken de man... of vrouw. Als het op hardlopen aankomt dan klopt dat. In de hardloopwereld gelden
dan ook andere principes. Niet de mode maar de functionaliteit is de leidende keuzefactor. Voor een
beginnende loper is het lastig om te bepalen wat je nodig hebt. Wij zullen je helpen met je keuze.
Laten we beginnen met de schoenen. Deze zijn het belangrijkste instrument voor de hardloper. Laat je
niet leiden door de kleur of wat je buurman draagt. Je moet een schoen kiezen die bij je voet en loopstijl
past. De schoen moet passen, prettig aan je voet zitten en vooral functioneel voor je voet zijn.
- Hardloop kleding :
Voor wat betreft de kleding zie je vaak dat lopers teveel kleding aanhebben. Dit hoeft niet persé slecht te
zijn, maar het is de vraag of je hierdoor nog comfortabel loopt.
Bij hardloopkleding moet je goed kijken hoe het kledingstuk de warmte en vocht transport doet verlopen.
Is de gebruikte textielvezel in staat zweet en warmte af te voeren en je lichaam droog en comfortabel te
laten voelen? Vanuit dit oogpunt is aan te bevelen om je in "laagjes" aan te kleden.
Het voordeel hiervan
is dat je tijdens het lopen een "kleding laag" kunt uit doen. Zelfs, als het koud weer is (gaan we dat nog
eens meemaken?) kun je de behoefte hebben, nadat je bent ingelopen en lichaamtemperatuur is opgelopen, nog
een kledingstuk uit te doen. Bij de aankoop van kleding moet je bij de samenstelling van je kledingpakket
hier rekening mee houden. Denk in dit kader ook aan speciale loophandschoenen.

T
- Petten :
Vanwege de enorme hoeveelheid warmte die via het hoofd ontsnapt, zou het dom zijn een pet te dragen die de warmte vasthoudt.
Het beste is een zonneklep die de ogen beschermt tegen de zon, maar die het hoofd vrijlaat om de warmte af te kunnen voeren.
Kale en kalende mensen, zo zijn er op Total toch wel wat, moeten hun hoofd tegen de zon beschermen. Een zonnepet voor mensen met
weinig haar moet van geperforeerd materiaal zijn om luchtcirculatie toe te staan.

Ook een hoofdband, die voorhoofd en oren beschermd maar die de kruin openlaat kan bij koud weer gedragen worden.
- Handschoenen :
Handschoenen kunnen bij koud weer van pas komen. Maar eens opgewarmd zullen meestal niet meer nodig zijn. Best is te starten
met dunne handschoenen, in bv. zijde, die gemakkelijk kunnen uitgedaan worden en die weinig plaats innemen om ze op te bergen tijdens het lopen.
Het voornaamste is de koude wind van je handen af te houden.
- Sokken :
De meeste hardlopers dragen graag sokken tijdens het lopen. Zelfs de zachtste binnenvoering van moderne hardloopschoenen kunnen los gaan
en een bron van blaren worden.
Sokken helpen ook voor het afvoeren van transpiratievocht en zijn een goede bescherming tegen schuren.
Natuurlijke vezels, zoals katoen, beschermen de voeten beter dan kunstvezels.
Sommige fabrikanten maken sokken met een dikkere onderkant als extra bescherming, deze zorgen tevens voor een grotere demping.
- Schoenen kopen :
Het aanbod van loopschoenen is tegenwoordig overweldigend. De ene schoen straalt al meer 'high-tech-glitter'
uit dan de andere en het kiezen van een geschikte schoen wordt dan een moeizame soms bijna onmogelijke taak.
In dit artikel wordt stapsgewijs besproken waar je zoal op moet letten. Je maakt kennis met enkele basisprincipes
en selectie criteria. Als je hiervan kennis neemt ben je beter in staat om een verantwoorde keuze te maken.
In vroegere tijden bestonden loopschoenen uit een stuk zeildoek onderaan bekleed met een lap rubber. Je kocht
ze voor weinig geld en je liep ermee tot de zool gaten vertoonde waarna je simpelweg een nieuw paar kocht.
Dit is nu voorgoed verleden tijd. De loopschoenen zijn nu heel wat beter. Ze gaan langer mee, zijn uitgerust
met biomechanische voorzieningen en zijn comfortabeler. De andere kant van de medaille is dat huidige loopschoenen
een complex stuk gereedschap geworden zijn. De reden hiervoor is dat lopen, hoewel het binnen het sportief bereik
van iedereen ligt, uit een ingewikkelde opeenvolging van been- en voetbewegingen bestaat.
- Stap 1: Overtuig uzelf dat het hebben van goede loopschoenen een noodzaak is.
Dit is één van de belangrijkste adviezen die men een loper kan meegeven. En dit geldt zowel voor de beginnende
als voor de doorgewinterde loper. Ook een beginner heeft nood aan alle beschermende eigenschappen die een
schoen bieden kan. Alleen een goede schoen kan voldoende schokabsorptie, bewegingsstabiliteit en
duurzaamheid bieden.
Of men nu veel of weinig loopt doet er niet toe. De verleiding is bij beginners soms groot om met
goedkope sportschoenen of zelfs onaangepast schoeisel met het lopen aan te vangen. Dit verhoogt
enkel maar het risico tot krijgen van een of ander overbelastingsletsel en aldus tot het voortijdig
afbreken van een succesvolle loopcarrière. Naast wilskracht en overtuiging, behoort een goed paar
loopschoenen evenzeer tot de noodzakelijke ingrediënten die van hardlopen een levenslange voldoening
gevende sportbeleving maken.
Hoeveel mag een goed paar schoenen nu kosten? Hoewel de prijs geen doorslaggevend criterium is, wijst
de praktijk toch uit dat een degelijk en duurzaam paar schoenen gemakkelijk 150 euro of meer kost. Dit
mag echter geen beletsel zijn daar het uiteindelijk de enige belangrijke investering is die een loper
hoeft te doen.
Tenslotte, moet men nu wedstrijdschoenen boven trainingsschoenen verkiezen? Het hoofdcriterium bij
wedstrijdschoenen is dat ze vooral licht moeten zijn, daar het meesleuren van elk meergewicht extra
energie van de loper vergt. Daardoor kunnen in wedstrijdschoenen niet dezelfde beschermende voorzieningen
ingebouwd worden daar deze het gewicht van de schoen onvermijdelijk zouden vergroten. Het voortdurend
lopen met wedstrijdschoenen verhoogt daarom het risico tot overbelastingsletsels. Voor die lopers die
in wedstrijden actief zijn, is het dus wijs het gebruik van wedstrijdschoenen tot de competities zelf
te beperken en voor de rest steeds met trainingsschoenen te lopen.
- Stap 2: Wat is (over)pronatie ?
Lopen is een complexe biomechanische beweging. Het eerste grondcontact gebeurt met de buitenkant van de
hiel. Hierna roteert de voet neerwaarts, maar naarmate het de grond nadert eveneens binnenwaarts
(impactfase). Eens de volledige voet plat op de grond, verplaatst het lichaamsgewicht zich van de
hiel naar de voorvoet (midstandsfase). Tenslotte, bij het heffen van de hiel wordt het lichaam
door het afduwen op de bal van de voorvoet naar voren gestuwd (propulsiefase). Het naar binnen
roteren van de voet tijdens de contactfase wordt pronatie genoemd .
Bij een normaal looppatroon is een lichte pronatie volledig normaal en zelfs
noodzakelijk Het is een door de natuur ingebouwde functie teneinde de schokgolf bij
hielimpact te helpen absorberen.
Doch, menig loper heeft een neiging tot overpronatie. De voet roteert hierbij te ver
naar binnen, waardoor de voeten na verloop van tijd veelal het uitzicht van
platvoeten krijgen. Deze overpronatie is een veel voorkomend euvel dat gemakkelijk tot
overbelasting der onderste ledematen leidt. Vooral knieklachten en peesontstekingen zijn
hiervan het gevolg.
Sommige lopers proneren te weinig of helemaal niet, waarbij ze op de buitenkant van de
zool blijven lopen.
Dit is meestal het gevolg van een stijf enkelgewricht (de voeten zien er dikwijls
als holvoeten uit).
Door het gebrek aan natuurlijke pronatie is er tijdens hielimpact weinig of geen
schokabsorptie.
Dit leidt eveneens tot specifieke overbelastingsklachten, in het bijzonder
lage-rugklachten.
Achterkant rechtervoet
- Stap 3: Tot welk type behoort uw voet ?
Door naar uw voetgewelf te kijken is het mogelijk voor uzelf uit te maken of u behoort tot de familie der overproneerders,
onderproneerders (ook soms supineerders genoemd) of normale proneerders.
Vertoont uw voet weinig of geen welving, dan is het een platvoet. Dan bent u hoogstwaarschijnlijk een overproneerder.
Een hoog voetgewelf is een aanwijzing voor te weinig pronatie. In de praktijk is het zo dat ruwweg 50% van de lopers
neiging hebben tot overpronatie, terwijl de rest gelijk verdeeld wordt tusssen onderproneerders en "normalen".
Een gemakkelijke test om het voetgewelf te typeren is de bekende "natte-voeten-test". Hierbij wordt met natte voeten
een afdruk op een vlakke droge vloer gemaakt. Vertoont de binnenkant van de afdruk geen of weinig welving
dan is er sprake van platvoeten. Is de welving uitgesproken zodat hiel en voorvoet bijna van elkaar gescheiden zijn ,
dan heeft u een hoog voetgewelf en dus holvoeten. Daartussenin, een gematigde welving kenmerkt een normale voet .
De aanwezigheid van platvoeten wijst op een tendens tot overpronatie, terwijl de bezitters van holvoeten veelal
onderproneerders zijn. Er zij hier echter uitdrukkelijk vermeld dat dit vuistregels zijn en aldus een oversimplifi'ring
inhouden. Een normale voetafdruk betekent dus niet noodzakelijk dat er geen overpronatie aanwezig is.
- Stap 4: Kies de geschikte schoen voor uw voettype.
De fabrikanten helpen je door aan de zoolzijkant een andere kleur te gebruiken daar waar er extra ondersteuning is.

Bovenste 2 loopschoenen hebben ondersteuning aan de binnenkant achteraan.
De onderste loopschoen is voor iemand met een holvoet.
Het voettype en de graad van pronatie bepaalt het biomechanisch profiel van de loopschoen die men zich wenst aan te
schaffen. Op de eerste plaats is er de leest of de pasvorm van de schoen. Hoewel dit meer met comfort dan met
biomechanica te maken heeft, is de leest uitermate belangrijk. Een verkeerde of onaangepaste leest maakt zelfs de
beste schoen niet alleen oncomfortabel maar tevens ondraaglijk.
In principe zijn er drie verschillende schoenleesten:
de rechte, de halfgekromde en de gekromde leest . Met elk leest correspondeert een bepaald
voettype:
- een rechte leest (a) is geschikt voor overproneerders.
- een kromme leest (c) is voor onderproneerders
- een halfkromme leest (b) voor normale proneerders.
De anti-pronatieschoen
Lopers die last hebben van platvoeten en overpronatie hebben behoefte aan een schoen die er voor zorgt dat de
binnenwaartse rotatie van de voet of pronatie bij hielcontact niet te ver gaat of in overpronatie overslaat.
Deze schoen moet dus voornamelijk de voetbeweging, in het bijzonder de pronatiebeweging, controleren en stabiliteit
bieden tegen overpronatie. In de handel noemt men dit een anti-pronatie- of motion-control-schoen.
Welke karakteristieken typeren een dergelijke anti-pronatieschoen ?
- Vooreerst hebben deze schoenen veelal een rechte leest.
- De middenzool aan de binnenkant meestal harder en stijver dan aan de buitenkant (de zogenaamde
"dual-density-constructie") of is aan de binnenkant voorzien van een wig (of "bridge" ) uit harder
materiaal. Dit hardere deel verhindert de hiel voorbij de vertikalelijn te roteren en biedt aldus weerstand
tegen overpronatie. Het is dikwijls in een andere kleur uitgevoerd (doch laat u niet beetnemen daar het
omgekeerde niet altijd waar is, zeker bij onbekende of goedkope merken).
- De hielkap van de schoen (in de volksmond dikwijls de "contrefort" genoemd) moet vrij stijf
zijn, vooral onderaan waar hij dikwijls extra versterkt is teneinde de pronerende hiel op zijn plaats te houden.
Zeer belangrijk hierbij is dat de hielkap de hiel van de voet nauw omsluit en goed past. Is dit niet zo en zit de
hiel los, dan kan de hiel binnenin de schoen gaan schuiven en dus tevens proneren en overproneren, ongeacht de
anti-pronatie-eigenschappen van de schoen.
De anti-supinatieschoen
Lopers met holvoeten die te weinig proneren hebben meestal een gebrek aan schokabsorptie. Zij kiezen dus
schoenen met een kromme leest voorzien van schokdempende materialen en zonder anti-pronatiekarakteristieken
daar pronatie een schokabsorberende functie heeft. In de handel spreekt men dikwijls van anti-supinatieschoenen,
daar supineren het tegengestelde van proneren is. Dergelijke schoenen hebben meestal een vrij zachte middenzool
die pronatie ondersteunt. Bestaat er daarenboven de neiging om bij hielcontact de voet om te slaan, dan kan een
brede zool onder de hiel dit verhelpen.
De 'normale' schoen
De gelukkigen met een normale voet hebben geen nood aan speciale schoenen. Schokdemping en anti-pronatie mag,
doch zijn overbodig en ondergeschikt aan pasvorm en comfort. Deze lopers kiezen voor zogenaamd neutrale
schoenen met een halfkromme leest. Zware lopers (80 kg en meer) vormen hier een uitzondering en lopen beter
met anti-pronatieschoenen. De reden hiervoor is dat anti-pronatieschoenen, teneinde de voet goed te kunnen
controleren, in de regel stijver en sterker zijn opgebouwd en hierdoor beter bestand zijn tegen de grotere
vervormingskrachten van de hiel bij zwaardere lopers, ook al is er geen overpronatie aanwezig.
In weze kan je beter een 'normale' schoen kopen en via correctiezolen de nodige compensaties inbouwen.
- Stap 5: Koop in een speciaalzaak voor lopers
Zelfs al volg je exact de bovenstaande regels, toch loont het naar een gespecialiseerde winkel te gaan. Dit
betekent niet een winkel waar uitsluitend loopschoenen verkocht werden, maar wel een winkel waar bevoegd
personeel ter beschikking staat en waar naast een looptapijt tevens video-apparatuur aanwezig is waarmee uw
looppatroon kan bekeken worden. Let er tevens op dat u niet slechts e'n paar schoenen of alleen maar schoenen
van eenzelfde merk voorgeschoteld krijgt. Liefst hebt U de keuze tussen drie verschillende paren schoenen,
waarbij de keuze valt op die schoenen waar uw looppatroon het dichtst het normale benadert (fig.1b). Voor
een proneerder betekent dit die schoenen waarbij het minst pronatie te zien is en omgekeerd.
Tips voor het succesvol winkelen :
- Winkel laat in de namiddag wanneer uw voeten op hun "grootst" zijn. Door transpiratie en
warmteontwikkeling tijdens het lopen hebben uw voeten de neiging uit te zetten.
- Via drukplaten kan men de drukverdeling bekijken van je voeten, wat meer info verschaft over het type schoen dat je nodig hebt. Sinds 2012 kan je in Decathlon op eenvoudige wijze zelf zo'n drukproef nemen. Maar beter is dit te doen in een speciaalzaak, omdat daar specialisten net dat ietsje meer info kunnen verschaffen.
- Draag dezelfde sokken als tijdens het lopen. Indien je er geen heb, koop er dan voordat
je de schoenen uitprobeert.
- Laat de verkoper de maat van beide voeten opmeten daar bij de meesten de ene voet ietwat
groter dan de andere is. Pas in functie van de grootste voet. Voor het kiezen van de juiste maat en
pasvorm, zie volgende stap.
- Sla, vooraleer tot het passen over te gaan, een praatje met de verkoper. en vertel hem:
- hoe lang u reeds loopt
- hoeveel kilometers u wekelijks doet
- op welke ondergrond u gewoonlijk loopt
- hoe zwaar u weegt
- welke voetproblemen u heeft (over- of onderproneerder)
Een goede verkoper gaat gewillig naar u luisteren. De door u verstrekte informatie helpt hem
immers uit alle vooradige schoenmodellen een voor u geschikte voorselectie te maken . Mijdt verkopers
die pogen u met niet ter zake doende techno-praat omver te babbelen en u zodoende 'een bepaalde schoen
willen opdringen.
- Stap 6: Zorg voor de juiste schoenmaat en pasvorm.
Lopen met slecht passende schoenen is, niet vol te houden, hoe goed de schoenen verder ook mag zijn.
Echter een goede pasvorm betekent niet noodzakelijk "pantoffelcomfort" ! In de regel is het zelfs zo
dat hoe meer correctie in een schoen ingebouwd is (zoals bijvoorbeeld een anti-pronatieschoen), hoe
stijver en hoe stugger de schoen meestal tijdens het lopen aanvoelt. Sommige schoenen kunnen best eerst
ingelopen worden. Comfort van een schoen is helemaal geen waarborg voor functionaliteit en kwaliteit,
dikwijls het tegengestelde! Laat u dus niet alleen leiden door comfort. Denk maar aan pantoffels: niets is
comfortabeler aan de voeten, maar niet is minder geschikt om te lopen.
Een schoen met een optimale pasvorm omsluit de voet zonder te spannen en zonder overtollige ruimte.
Ziehier enkele richtlijnen:
Controleer of er rechtstaand voldoende ruimte tussen uw tenen en de schoentip over blijft. De afstand
tussen de langste teen en de tip moet binnenin tussen 5 en10 mm liggen. Een alternatieve methode bestaat
erin uw duim net voor de langste teen in de schoen te drukken en na te gaan of hij past zonder over de
schoentip te gaan. Zowel te grote als te kleine schoenen geven aanleiding tot pijnlijke blauwe tenen.
Pas altijd beide schoenen aan en ga nooit af op de schoenmaat die op de doos of de schoenen vermeld staat:
zelfs schoenen van eenzelfde paar kunnen soms een volle maat verschillen!
Degene die gewoon zijn met strak zittende stadschoenen rond te lopen, doen er goed aan hun loopschoenen een
halve of zefs volledige maat groter te kiezen.
Ook in de breedte moet de schoen goed zitten. Spannen hoeft niet, maar schuiven evenmin. Ga in geval van
twijfel op een stuk karton staan, laat iemand de omtrek van uw voorvoeten aftekenen en knip deze dan nauwkeurig
uit. Past de uitgekipte vorm in de nieuwe schoenen zonder te plooien, dan zijn de schoenen breed genoeg.
Vooral de hiel verdient aandacht, daar dikwijls verwaarloosd. Voor een maximale controle (vooral belangrijk
bij proneerders), moet de schoen de hiel van de voet nauw omvatten zodat de hiel goed vast komt te zitten.
Het is fout wanneer de hiel tijdens het lopen op en neer schuift, hoe weinig ook. Voor mensen met te smalle
hielen bestaat er tegenwoordig een boogvormig hielstukje dat tussen de hiel en de schoen kan geschoven worden,
waardoor de hiel met de schoen beter contact houdt.
In tegenstelling tot de hielconstructie, moet de voorvoet vrij soepel zijn: wanneer u de schoen in beide
handen vastneemt en de voorvoet naar boven plooit, mag U niet veel weerstand voelen. Controleer hierbij
dat de schoen precies ter hoogte van de bal van de voet plooit. Is dit niet zo dan zal de voet tijdens
de propulsiefase moeilijk afrollen wat het lopen niet alleen lastiger maakt, maar tevens op termijn een
verhoogd risico op gewrichtsproblemen van de voorvoet inhoudt.
Het bovenwerk, hoewel minder kritisch, moet eveneens goed passen. Op geen enkele plaats (vergeet de wreef niet)
mag men overdruk of irritatie voelen. Naden, indien aanwezig, mogen helemaal niet voelbaar of detecteerbaar zijn.
Probeer de schoenen op het looptapijt uit, niet voor enkele seconden maar op zijn minst gedurende een
korte loop van enkele minuten. En laat het looptapijt hierbij draaien aan de hoogste snelheid die je
gewoon bent te lopen.
Vrouwen met een zware of brede voet kiezen beter voor een mannenmodel. Loopschoenen voor vrouwen zijn
merkelijk smaller en minder stevig.
- Stap 7: Vervang uw loopschoenen op tijd.
De levensduur van een loopschoen wordt, in tegenstelling tot wat velen denken, niet bepaald door de
zichtbare uitwendige slijtage. Schoenkarakteristieken zoals stabiliteit en schokdemping hangen
sterk af van de levensduur van de middenzool. Deze laatste hangt vooral af van het totaal aantal
kilometers dat er met die schoen gelopen is. In de praktijk stelt men dat een middenzool 1000 ^ 1500 km
meegaat. Deze cijfers moeten echter naar beneden getrokken worden als er veel op harde bodems gelopen wordt,
als het lichaamsgewicht aan de hoge kant ligt, als de schoenen veelvuldig doornat geraken enz.
Hoe dan ook, deze cijfers zijn beduidend lager dan de levensduur van de slijtlaag van de zool. Inspectie
van de schoenzool is dus geen betrouwbare methode. Het ontstaan van rimpels is ook voor een middenzool
een teken van ouderdom en dus slijtage. Is hierbij de middenzool aan een kant samen gedrukt zodat de
schoen naar diezelfde kant gaat hellen, dan is de schoen rijp voor de vuilnisemmer. Wacht ook niet tot
de hielkap, bijvoorbeeld door voortdurende overpronatie, duidelijk vervormd is. Een misvormde hielkap
houdt de hiel niet meer op zijn plaats zodat er geen degelijke pronatiecontrole meer mogelijk is.
Een goede raad. Loop afwisselend met twee of meer paar loopschoenen, waarbij er een nieuw en een ouder
paar bij zitten. De kans is groot dat aldus het verschil met een oude en versleten paar duidelijk
voelbaar wordt en het op tijd vervangen wordt. Tenslotte, hebt u het geluk een schoen gevonden te
hebben waarbij u zich goed voelt en geen klachten mee krijgt, laat U niet verleiden door een nieuw
of zogemaamd beter model en blijf bij uw oude keuze. Letsels vermijden blijft de eerste prioriteit!
- Stap 8: Wat te doen bij blijvende klachten of blessures, zelfs met een geschikte schoen ?
Schoenen, hoe 'high-tech' ook, zijn heden ten dage nog altijd massaproducten en zijn aldus niet bij
machte voor elk individueel loopprobleem een oplossing te bieden. Zelfs bij overpronatie of een
gebrekkige schokdemping zullen de beste schoenen geen soelaas bieden als de afwijkingen groot
zijn of als er andere biomechanische loopafwijkingen een rol spelen. Er bestaan immers andere
functionele en anatomisch-structurele afwijkingen die bij het lopen op termijn
overbelastingsproblemen veroorzaken.
Daarom hoe belangrijk het kiezen van een
geschikte schoen ook is, terugkomende klachten of kwetsuren vereisen vooreerst
de aandacht en de tussenkomst van een geneesheer, liefst een sportarts of orthopedist.
Blijken biomechanische correcties noodzakelijk, dan neemt men best zijn toevlucht tot
een ervaren podoloog voor het vervaardigen van een paar individueel aangepaste en
biomechanisch verantwoorde correctiezolen.
Heb je correctiezolen, loop ze in en ga bij voelen van drukpunten terug langs je bandagist. Een goede bandagist zal met plezier er een kleine correctie aanbrengen.
Succes en nog vele jaren probleemloos loopgenot !!!
Auteur 'Schoenen kopen' : Bart Van Gheluwe
Allerlei i.v.m. loopschoenen :
- Aankoopwijzer voor joggingschoenen is te vinden in
- Hardlopen doe je voortaan met vingerschoenen.(Artikel
Gazet Van Antwerpen 07/09/2009).
Hardlopen is weer helemaal hip, dat las u reeds vorige week op onze website.
Maar nu blijkt dat deze nieuwe rage gepaard gaat met een geheel nieuw schoeisel: de
vingerschoen.
De van oorsprong waterschoen Vibram FiveFingers is gebaseerd op hetzelfde principe
als de teensokken. De schoen heeft 5 afzonderlijke tenen en is gemaakt van neopreen,
een synthetisch rubber, dat helpt bij het voorkomen van blessures.
De schoen zou volgens fysiotherapeuten supergezond zijn, voor een betere balans
zorgen en de lenigheid verbeteren.
- Sport BH :
Voor vrouwen is het hebben van een goede sportbeha ook een zeer belangrijk aandachtspunt.
Een sport BH zorgt ervoor dat je comfortabel en pijnvrij loopt. Het voorkomt verzakkingen
op latere leeftijd. Let erop dat de BH van vochtafvoerende materialen is gemaakt zodat je
borsten droog blijven en je geen vervelende schuurplekken krijgt.
De BH moet goed passen en mag rondom niet te strak zitten waardoor de ademhaling belemmerd
wordt. Het moet een "naadloze" vormgeving hebben en ruim genoeg om je borsten zitten en de
juiste ondersteuning bieden zonder dat je striemen op je schouders of je rug krijgt .
Grofweg zijn er twee type sport BH's:
- 1. De cuploze design die de borsten in positie houden. Deze zijn veelal
gemaakt van stretch fiber. Dit noemt men een compressie sportbeha.
- 2. De meer traditionele BH met cup die de borsten op liften en vorm geven.
- 3. Voor sommige vrouwen is een sportbeha met ingebouwde hartslagsensorband een oplossing. Bij zo'n beha zijn de sensors ingebouwd en moet je enkel je hartslagmetermodule op de aansluitpunten vastklikken.
- Drinkfles :
Op langere trainingen en langs routes zonder toegang tot verfrissing, is het verstandig
een drinkfles mee te nemen voor water
of energiedrank, vooral als het warm is. Er zijn verschillende modellen beschikbaar, die aan een loopriem kunnen gekoppeld worden.
Soms bestaande uit verschillende kleinere flesjes of één enkele grotere.
Een grote drinkfles die schuin op de rug hangt is zeer gemakkelijk bereikbaar.
Vanaf dat je langer dan 1 uur gaat lopen moet je zorgen voor drinken onderweg en dan is zo'n drinkfles heel handig. Het geklots op je rug kan zelfs een rustgevend effect hebben.
- Loopnummers :
Je kan ze op verschillende manieren bevestigen:
- Veilgheidsspeldjes:
Bij de meeste wedstrijden krijg je bij je loopnummer ook 4 kleine veiligheidsspeldjes. Het is echter een heel gedoe om je loopnummer een beetje fatsoenlijk recht en het midden van je loopshirt te hangen. Soms zijn de puntje zelfs te bot om door je loopshirt te prikken zonder je loopshirt te beschadigen.
- Magneetjes:
Lijkt een superidee om een loopnummer op je loopshirt te hangen zonder je loopshirt te beschadigen. In de praktijk is het helemaal niet gemakkelijk om ze te gebruiken. Bij het positioneren van je loopnummer verschuiven ze gemakkelijk en hangt je loopnummer niet waar je het wilden.
- Klevertjes:
Iets nieuw, dubbelzijdige klevertjes die je op de achterkant van je loopnummer kleeft en zo kan je je loopnummer mooi centreren op je loopshirt die je best op een vlak oppervlak legt.
- Loopnummerband:
Een loopnummerband is handig en heeft naast een paar elastiekjes met klemmetjes gewoonlijk ook plaats voor enkel gels en/of kleine drankflesjes.